Skip to main content

2.

Welke signalen wijzen op problemen op het werk door alcohol of drugs?

Hoe kunt u weten of er iets aan de hand is met een werknemer?
Welke signalen wijzen op een alcohol- of ander drugprobleem?

Uiteenlopende signalen

Lege flessen sterkedrank in de vuilnisbak of uitgedoofde joints (sigaretten met cannabis in) in een hoek van het magazijn: dat zijn duidelijke, maar eigenlijk niet zo vaak voorkomende signalen.

Uiterlijke kenmerken kunnen het gevolg zijn van een acute dronkenschap of het gebruik van een andere drug. Vaak zijn ze echter symptomen van ernstig problematisch gebruik. De uiterlijke kenmerken variëren volgens de werking van de drug.

Alcohol

Lichamelijke signalen

  • ademt riekt naar alcohol
  • wijde pupillen
  • wat opgezwollen rood gelaat
  • spraakstoornissen
  • motorische stoornissen
  • transpiratie
  • braken

Psychische signalen

  • ontspannen, goed gehumeurd
  • euforie of depressieve stemming
  • slagvaardigheid en luidruchtigheid, meer durven, minder verlegen, remmingen vallen weg
  • lichte stoornissen in oordeel en kritiek
  • licht te ontroeren, snel sentimenteel
  • roes verschillend per persoon: stil, bekvechten, zich verontschuldigen, agressief, seksueel ontremd
Cannabis

Lichamelijke signalen

  • draaierig, licht duizelig, oorsuizen
  • zware benen en armen: ‘stoned’
  • beverig, koude neuspunt en vingers
  • droge mond en keel, dorst
  • bloeddoorlopen ogen
  • trillen van handen of van de tong
  • hartkloppingen, pijn in de borst
  • lichtschuwheid

Psychische signalen

  • opgewekt, euforische stemming
  • dromerig, zorgeloos
  • versterking zintuiglijke prikkels: bv. ‘muziek klinkt mooier’
  • introvert gedrag
  • vergeetachtigheid bij het praten, draad verliezen
  • onverschilligheid
  • toenemende eetlust, ‘vreetkick’
  • lach- en giechelbuien: ‘lachkick’
  • onderschatting van de eigen motorische prestaties
Xtc
  • misselijkheid, minder eetlust
  • wijde pupillen
  • intense waarneming
  • sociaal ontspannen, remmingen vallen weg, intiemer
  • lichte roes, veel energie
  • bewegingen moeilijker te coördineren
Cocaïne
  • versnelling van de ademhaling
  • stijging hartslag en lichaamstemperatuur
  • verlaging of verhoging van de bloeddruk
  • een tijdelijke toename van de spierkracht en uithoudingsvermogen
  • droge slijmvliezen
  • laxerende werking
  • frequent urineren
  • energie, euforie
  • lange inspanningen zonder honger, dorst, vermoeidheid
  • zelfvertrouwen
Speed – Amfetamines
  • geringe eetlust
  • rillen en bleekheid
  • minder moe
  • slapeloosheid
  • groter uithoudingsvermogen
  • rusteloze indruk
  • beweeglijkheid
  • aan één stuk doorpraten
  • schrikachtig en snel geprikkeld
  • alerter, zelfvertrouwen
  • toenemende bewustzijnshelderheid en geestelijke activiteit
  • zelfkritiek neemt af
  • prikkelbaarheid
Kalmeringsmiddelen
  • onverschilligheid
  • kalmerend, vermindering van angsten en spanningen
  • verminderd concentratievermogen
  • lichte slaperigheid
Slaapmiddelen
  • prikkelbaar
  • vechtlustig
  • verwaarlozing van uiterlijk en werk
  • geen controle over emoties
  • de neiging om in de namiddag of avond te struikelen of te vallen
Opiaten
  • lichamelijk goed voelen
  • pijn, verdriet, koudegevoel valt weg
  • dempen van hoestprikkels
  • kortdurende euforie
  • verminderde angstgevoelens
  • emotionele vervlakking
  • verstopping
Snuifmiddelen
  • euforie, ontremming, gelukzalige roes
  • lach- en giechelbuien
  • desoriëntatie in tijd en ruimte
  • stoornissen in fijnere bewegingen
  • lacunes in het korte termijngeheugen
Tripmiddelen
  • in zichzelf gekeerd
  • pupilverwijding
  • transpiratie
  • polsversnelling
  • misselijkheid
  • droge mond
  • wazig zien
  • moeheid
  • duizeligheid
  • hallucinaties
Gokken
  • zenuwachtig
  • slapeloosheid
  • verminderd concentratievermogen
  • spanningen, relationele problemen
  • vragen om geld, regelmatig geld lenen
  • financiële problemen

Daarnaast zijn er werkgebonden signalen en aanwijzingen buiten het werk. Deze signalen wijzen niet per definitie op problematisch alcohol- of ander druggebruik. Ze kunnen ook samenhangen met andere fysieke of psychosociale problemen, zoals familiale moeilijkheden, stress of ziekte.

Signalen zijn meestal niet alcohol- of drugspecifiek

Behalve bij manifest gebruik – bijvoorbeeld dronkenschap – ziet u meestal niet dat iemand problemen heeft met alcohol of andere drugs. Vaak valt er wel al iets op aan iemands gedrag en houding op de werkvloer. De omgeving vermoedt dat er een probleem is.

Snel ingrijpen is cruciaal

Merkt u signalen in uw omgeving? Grijp dan in, wat ook de mogelijke oorzaak is. Als u wacht tot de werknemer op duidelijke tekenen van alcohol- of druggebruik kan ‘betrapt’ worden (bijvoorbeeld lege flessen), is het probleemgebruik vaak al te ver gevorderd.

Is er een incident geweest, spreek de betrokkenen dan kort na het voorval aan. Een snelle aanpak helpt om erger te voorkomen, zeker als ieder zijn rol kent.