Vier pijlers voor een efficiënt beleid
Wie een beleid uitstippelt, heeft graag de sleutel tot succes in
handen.
Bij een alcohol- en drugbeleid hangt het succes samen met de mate
waarin dat beleid maatregelen en initiatieven op vier verschillende
niveaus bevat.
Een goed alcohol- en drugbeleid is dan ook een evenwichtig en
samenhangend geheel van afspraken en maatregelen op elk van deze
niveaus. Krijgt één van de vier pijlers minder aandacht, zal dat de
kracht van het volledige beleid verzwakken.
De vier pijlers van een efficiënt alcohol- en drugbeleid:
Pijler I: Procedures
bij acuut en chronisch misbruik
Wat doe je als een werknemer dronken of stoned op het werk
toekomt?
Wie treedt op als iemand plots minder goed functioneert en vaak
ruziemaakt met zijn afdeling? Of als een collega na een lange
middagpauze steeds weer naar alcohol ruikt?
Vooraf concrete afspraken maken over wie wanneer optreedt, biedt
een houvast voor de omgeving als er effectief problemen opduiken.
Zowel bij acuut als bij chronisch misbruik dragen uitgeschreven
procedures bij tot een snel en adequaat optreden en helpen om
ergere problemen te voorkomen.
Functioneren als basis voor optreden
Verminderd functioneren of verslechterde
werkrelaties zijn de aanleiding om iemand aan te spreken op zijn
werkgedrag en onrechtstreeks op zijn alcohol- of ander druggebruik.
De leidinggevende speelt hier een cruciale rol. Hij
confronteert de werknemer niet met het (eventuele) probleemgebruik,
maar wel met de gevolgen ervan in de werksituatie. Hij gaat dus
niet in discussie over het mogelijke alcohol- of ander
druggebruik.
© 2010 VAD